Rekenen

Terug tellen met sprongen van 5

Het tellen is de basis voor het verdere rekenen. Vooruit tellen en terugtellen zijn hierbij belangrijke onderdelen. Als kinderen terug kunnen tellen met sprongen van 2, kunnen ze een volgende stap maken naar het terugtellen met sprongen van 5. 
 

Voorbeeld

Tel terug met sprongen van 5.

    ... - ... - 90 - 95      

Welke getallen moeten er op de lege plekken staan?  


Soms is het handig om grote sprongen te maken op de getallenrij. Dan gaat het tellen namelijk veel sneller. Als je erachter wilt komen wat er op de lege plekken moet komen te staan, moet je sprongen maken van 5. 


Terug tellen met een sprong van 5, terug tellen vanaf 100


Sprongen van 5 zijn gemakkelijk. Je gaat van een vijftal naar een tiental. Je ziet dat je vanaf het getal 95 naar het getal 90 gaat en van 90 naar 85 en dan naar 80. Op de lege plekken komen dus de getallen 85 en 80 te staan.
 

Terugtellen tot en met 100, met sprongen van 5
  • Kinderen leren hoe ze moeten tellen, dit is de basis voor het verdere rekenen.
  • Kennis van de getallenrij is hierbij erg belangrijk. Als je de getallenrij niet kent, kun je ook niet terugtellen.
  • Bij terugtellen met sprongen van 5, zet je steeds een sprong van 5 terug op de getallenrij. 
  • ... 90, 85, 80, 75, 70, 65 ...