Rekenen

Terug tellen met sprongen van 2

Het tellen is de basis voor het verdere rekenen. Vooruit tellen en terugtellen zijn hierbij belangrijke onderdelen. Als kinderen terug kunnen tellen met sprongen van 1, dan kunnen ze een volgende stap maken naar het terugtellen met sprongen van 2.  
 

Voorbeeld

       Terug tellen met een sprong van 2

Thijmen moet de krant bezorgen. Hij kan een aantal huisnummers zien, maar het eerste huis in de rij niet. 

Welk huisnummer moet er staan?


Als je wilt weten welk huisnummer er moet staan, dan kun je vanaf het getal 15 terug tellen met een sprong van 2.
 

Terug tellen met een sprong van 2


Je ziet dat je bij een sprong van 2 een getal overslaat. Als je terugtelt vanaf 15, dan sla je het getal 14 over. Dan komt het getal 13. Als je dus terugtelt vanaf 15 met een sprong van 2, dan is het ontbrekende huisnummer 13
 

Terugtellen tot en met 20, met sprongen van 2
  • Jonge kinderen leren hoe ze moeten tellen, dit is de basis voor het verdere rekenen.
  • Kennis van de getallenrij is hierbij erg belangrijk. Als je de getallenrij niet kent, kun je ook niet terugtellen.
  • Bij terugtellen met sprongen van 2, zet je steeds een sprong van 2 terug op de getallenrij. 
  • 19, 17, 15, 13, 11...