Rekenen

Vermenigvuldigen met een honderdtal [1]

Voorbeeld

rekenen, getallen, cijferend vermenigvuldigen, honderdtallen, uitleg

Maaike, Loes en Sandra hebben elke week €5,00 in hun spaarpot gedaan. Na 24 weken maken ze hun spaarpot open en hebben ze alle drie €120,00 in hun spaarpot. Hoeveel geld hebben ze in totaal gespaard?
 

De keersom die hierbij hoort is:

3 x 120 = ?


In het stappenplan hieronder lees je hoe je deze som cijferend kunt oplossen. 
 

 
Stappenplan
1
 
Noteer de som cijferend
 

Noteer de getallen onder elkaar. Het is handig om de letters van de waarde van de getallen erbij te zetten: H = honderdtallen, T = tientallen, E = eenheden. Hieronder zie je hoe je deze voorbeeldsom onder elkaar noteert. 

2
Vermenigvuldig de eenheden met elkaar
 

Bij cijferend vermenigvuldigen begin je aan de rechterkant. De eenheden vermenigvuldig je als eerste met elkaar.

De som wordt dan: 3 x 0 = 0.

3
Vermenigvuldig de eenheid met het tiental
 

Vermenigvuldig daarna de eenheid met het tiental.

De som wordt dan: 3 x 2 = 6.
Omdat het getal 2 onder het tiental valt, is de eigenlijke som: 3 x 20 = 60.

4
Vermenigvuldig de eenheid met het honderdtal
 

Vermenigvuldig daarna de eenheid met het honderdtal.


De som wordt dan: 3 x 1 = 3.
Omdat het getal 1 onder het honderdtal valt, is de eigenlijke som: 3 x 100 = 300. 

5
De uitkomst
 


Je hebt nu de uitkomst van de som berekend. 3 x 120 = 360. Maaike, Loes en Sandra hebben dus in totaal €360,- gespaard. 

 

Cijferend vermenigvuldigen van een getal met 1 cijfer met een honderdtal
  • Bij cijferend vermenigvuldigen noteer je de getallen onder elkaar.
  • Honderdtallen, tientallen en eenheden noteer je boven de getallen.
  • Vermenigvuldig eerst de eenheden met elkaar, daarna vermenigvuldig je de eenheid met het tiental en daarna vermenigvuldig je de eenheid met het honderdtal.
  • Als het antwoord van de vermenigvuldiging uit twee getallen bestaat, verplaats je het cijfer van het tiental of honderdtal naar de 'buurman'. 
  • Het cijfer dat naar de 'buurman' is verplaatst, tel je later op bij de vermenigvuldiging.
  • Cijferend vermenigvuldigen lijkt op kolomsgewijs vermenigvuldigen. Bij het cijferend vermenigvuldigen begin je aan de rechterkant, bij de eenheden (het kleinste getal). Bij het kolomsgewijs vermenigvuldigen begin je aan de linkerkant (het grootste getal).