Rekenen

Vooruit tellen tot en met 10

Het tellen is de basis voor het verdere rekenen. Vooruit tellen en terugtellen zijn hierbij belangrijke onderdelen. In dit artikel staat het vooruit tellen tot en met 10 centraal. Kennis van de getallenrij is hierbij erg belangrijk. Als je de getallenrij niet kent, kun je ook niet vooruit tellen. 
 

Voorbeeld

 rekenen oefenen, onderbouw, vooruit tellen tot en met 10
Ellis telt hoeveel kinderen er mee willen doen met verstoppertje. "1, 2, 3, 4." Er willen 4 kinderen meedoen. 


Het is belangrijk dat je weet dat na het getal 1, het getal 2 komt. En dat na het getal 2, het getal 3 komt. En dat na het getal 3 het getal 4 komt, enzovoort... Je maakt eigenlijk steeds 1 sprongetje vooruit op de getallenrij.

Vooruit tellen tot en met 10
 

Je kunt dit ook horen als je de getallenrij opzegt: "Eén, twee, drie, vier,vijf, zes, zeven, acht, negen, tien."
 

Vooruit tellen tot en met 10
  • Jonge kinderen leren hoe ze moeten tellen, dit is de basis voor het verdere rekenen.
  • Kennis van de getallenrij is hierbij erg belangrijk. Als je de getallenrij niet kent, kun je ook niet vooruit tellen.
  • Bij vooruit tellen, zet je steeds 1 sprongetje vooruit op de getallenrij. 


Tip! Kun je de getallen in de getallenrij nog niet in de goede volgorde opzeggen? Kijk dan nog eens naar de artikelen van de getallenrijen en leer ze uit je hoofd.


Online oefenen met dit onderwerp