Inloggen
Rekenen
Filters

Groep

Vak

Type

Werkbladen > Werkwoordspelling > Voltooid deelwoord
Vul de voltooid deelwoorden in [1]
Groep 7
Als je wilt vertellen dat iets al is gebeurd, dan gebruik je de voltooide tijd. Voltooid betekent dat iets af is. Er gebeurt daarna niets meer. Een zin die in de voltooide tijd staat, heeft altijd een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord. Met dit werkblad oefen je met voltooid deelwoorden die eindigen op een -t, op een -d en op -en.
Werkbladen > Werkwoordspelling > Voltooid deelwoord
Zwakke werkwoorden en hulpwerkwoorden [2]
Groep 6
Een zin die in de voltooide tijd staat, heeft altijd een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord. Veel voorkomende hulpwerkwoorden zijn: zijn, hebben en worden. Zwakke werkwoorden kun je in de voltooide tijd op twee manieren vervoegen: ge + stam + t of ge + stam + d. Soms eindigt het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord op -en. Met dit werkblad oefen je het schrijven van zwakke voltooid deelwoorden en hulpwerkwoorden. Tip: download de uitlegkaarten over hulpwerkwoorden en zwakke werkwoorden (voltooid deelwoord).
Werkbladen > Werkwoordspelling > Voltooid deelwoord
Zwakke werkwoorden en hulpwerkwoorden [1]
Groep 6
Een zin die in de voltooide tijd staat, heeft altijd een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord. Veel voorkomende hulpwerkwoorden zijn: zijn, hebben en worden. Zwakke werkwoorden kun je in de voltooide tijd op twee manieren vervoegen: ge + stam + t of ge + stam + d. Soms eindigt het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord op -en. Met dit werkblad oefen je het schrijven van zwakke voltooid deelwoorden en hulpwerkwoorden. Tip: download de uitlegkaarten over hulpwerkwoorden en zwakke werkwoorden (voltooid deelwoord).
Werkbladen > Werkwoordspelling > Voltooid deelwoord
Zwakke werkwoorden [2]
Groep 6
In de voltooide tijd zijn er, net als in de verleden tijd, twee soorten werkwoorden: sterke werkwoorden en zwakke werkwoorden. Zwakke werkwoorden veranderen niet van klank. De zwakke werkwoorden kun je in de voltooide tijd op twee manieren vervoegen: ge + stam + t of ge + stam + d. Soms eindigt het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord op -en. Met dit werkblad leer je zwakke werkwoorden als voltooid deelwoord schrijven.
Werkbladen > Werkwoordspelling > Voltooid deelwoord
Zwakke werkwoorden [1]
Groep 6
In de voltooide tijd zijn er, net als in de verleden tijd, twee soorten werkwoorden: sterke werkwoorden en zwakke werkwoorden. Zwakke werkwoorden veranderen niet van klank. De zwakke werkwoorden kun je in de voltooide tijd op twee manieren vervoegen: ge + stam + t of ge + stam + d. Soms eindigt het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord op -en. Met dit werkblad leer je zwakke werkwoorden als voltooid deelwoord schrijven.
Werkbladen > Werkwoordspelling > Voltooid deelwoord
Zwakke werkwoorden (s-z, f-v)
Groep 6
In de voltooide tijd zijn er, net als in de verleden tijd, twee soorten werkwoorden: sterke werkwoorden en zwakke werkwoorden. Zwakke werkwoorden veranderen niet van klank. Bij sommige werkwoorden eindigt de ruwe stam op een -v of een -z. Een werkwoord kan nooit op deze letters eindigen, dus moet je de v veranderen in een f en de z veranderen in een s. Met dit werkblad oefen je hoe je zwakke werkwoorden waarvan de ruwe stam eindigt op een -v of een -z moet schrijven.
Werkbladen > Werkwoordspelling > Voltooid deelwoord
Zwakke werkwoorden (gemengd)
Groep 6
In de voltooide tijd zijn er, net als in de verleden tijd, twee soorten werkwoorden: sterke werkwoorden en zwakke werkwoorden. Zwakke werkwoorden veranderen niet van klank. De zwakke werkwoorden kun je in de voltooide tijd op twee manieren vervoegen: ge + stam + t of ge + stam + d. Soms eindigt het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord op -en. Met dit werkblad oefen je om zwakke werkwoorden als voltooid deelwoord te schrijven.
Werkbladen > Werkwoordspelling > Voltooid deelwoord
Sterke werkwoorden en hulpwerkwoorden
Groep 6
Een zin die in de voltooide tijd staat, heeft altijd een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord. Met dit werkblad leer je over de voltooid deelwoorden en de hulpwerkwoorden. Tip: download de uitlegkaart over hulpwerkwoorden en de sterke werkwoorden (voltooid deelwoord). Zo leer je alles over de hulpwerkwoorden en de voltooid deelwoorden.
Werkbladen > Werkwoordspelling > Voltooid deelwoord
Voltooid deelwoord gemengd [2]
Groep 6
Als je wilt vertellen dat iets al is gebeurd, dan gebruik je de voltooide tijd. Voltooid betekent dat iets af is. Er gebeurt daarna niets meer. Een zin die in de voltooide tijd staat, heeft altijd een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord. Met dit werkblad oefen je met voltooid deelwoorden die eindigen op een -t, op een -d en op -en.
Werkbladen > Spelling > Regelwoorden [1]
Stomme e [2]
Groep 5 , 6
Met dit werkblad kun je de stomme e oefenen. De stomme e klinkt als een [u]. Bijvoorbeeld bij het woord: elleboog. Je hoort: elluboog. Als je aan het eind van een lettergreep de stomme e-hoort, schrijf je hierna geen dubbele medeklinker. Om deze regel extra goed te onthouden, kan je oefenen met dit werkblad.