Rekenen

Wat is cijferend vermenigvuldigen?

Vermenigvuldigen met grotere getallen kun je uitrekenen met behulp van verschillende strategieën. Het kolomsgewijs vermenigvuldigen en het cijferend vermenigvuldigen zijn veelgebruikte manieren. In dit artikel lees je hoe je cijferend moet vermenigvuldigen. Wil je weten hoe je kolomsgewijs kunt vermenigvuldigen? Lees dan het uitlegartikel over 'Wat is kolomsgewijsvermenigvuldigen?'

Voorbeeld

Lottie gaat 3 dagen per week een rondje steppen. Ze doet hier precies 13 minuten over. Hoeveel minuten stept Lottie in totaal?
 

rekenen, vermenigvuldigen, cijferen, uitleg
De som die hierbij hoort is:

3 x 13 = ?
 


In het stappenplan hieronder lees je hoe je deze som cijferend kunt oplossen.
 

 
Stappenplan
1
Noteer de som cijferend 
 

Noteer de getallen onder elkaar. Het is handig om de letters van de waarde van de getallen erbij te zetten: T = tientallen, E = eenheden. Hieronder zie je hoe je deze voorbeeldsom onder elkaar noteert.

2
Vermenigvuldig de eenheden met elkaar
 

Bij cijferend vermenigvuldigen begin je aan de rechterkant. De eenheden vermenigvuldig je als eerste met elkaar. 
cijferend vermenigvuldigen
De som wordt dan: 3 x 3 = 9.

3
Vermenigvuldig de eenheid met het tiental
 

Vermenigvuldig daarna de eenheid met het tiental.
vermenigvuldigen, cijferen
In de afbeelding zie je het tiental en maak je eigenlijk de som: 3 x 1. Omdat het getal 1 onder het tiental valt, is de eigenlijke som: 3 x 10 = 30. Je hoeft dit niet zo te noteren, maar het is wel belangrijk dat je dit weet. Je noteert het antwoord op deze som (3), links naast het antwoord van de vorige stap.

4
Uitkomst
 

cijferen
Je hebt nu de uitkomst van de som berekend.
3 x 13 = 39. Lottie stept dus in totaal 39 minuten per week. 


Cijferend vermenigvuldigen kan ook met grotere getallen zoals honderdtallen en duizendtallen. Hoe je dit moet doen wordt in een ander artikel uitgelegd.
 

Cijferend vermenigvuldigen
  • Bij cijferend vermenigvuldigen noteer je de getallen onder elkaar.
  • Honderdtallen, tientallen en eenheden noteer je boven de getallen.
  • Vermenigvuldig eerst de eenheden met elkaar. Daarna vermenigvuldig je de eenheid met het tiental.
  • Cijferend vermenigvuldigen lijkt op kolomsgewijs vermenigvuldigen. Bij het cijferend vermenigvuldigen begin je aan de rechterkant, bij de eenheden (het kleinste getal). Bij het kolomsgewijs vermenigvuldigen begin je aan de linkerkant (het grootste getal).