Taal
Citotoets
Begrijpend lezen
IEP Toets
Verkeer
Natuur & techniek
Geschiedenis
Aardrijkskunde
De tafels
Levensbeschouwing
Topo
Kleuters
JE Leerdoelen
Engels
Spelling
Automatiseren
Doorstroomtoets
Erbijsommen met grotere getallen kun je uitrekenen met behulp van verschillende strategieën. Het kolomsgewijs rekenen en het cijferend rekenen zijn veelgebruikte manieren. In dit artikel lees je hoe je cijferend kunt optellen met sommen tot en met 5.000. Wil je weten hoe je kolomsgewijs kunt rekenen? Lees dan het uitlegartikel over 'Wat is kolomsgewijs rekenen?'
Het dorpje Mengelo heeft 2.658 inwoners. Het dorp Harkelo heeft 1.534 inwoners.
Hoeveel inwoners hebben Mengelo en Harkelo samen?
Noteer de getallen onder elkaar. Het is handig om de letters van de waarde van de getallen erbij te zetten: D = duizendtallen, H = honderdtallen, T = tientallen, E = eenheden. Hieronder zie je hoe je deze voorbeeldsom onder elkaar noteert.
Begin aan de rechter kant. Tel eerst de eenheden bij elkaar op. Je maakt eerst de som: 8 + 4 = 12. Dit getal deel je op in 2 eenheden en 1 tiental, samen 12. De 2 noteer je onder de eenheden. De 1 noteer je klein bij de tientallen, zodat je bij de volgende stap weet dat je er nog een tiental bij op moet tellen.
Tel daarna de tientallen bij elkaar op. In deze afbeelding zie je de tientallen en maak je de som: 1 + 5 + 3 = 9. Dit noteer je onder de tientallen. Omdat de getallen vallen onder de tientallen is de eigenlijke som: 10 + 50 + 30 = 90.
Tel de honderdtallen bij elkaar op. In deze afbeelding zie je de honderdtallen en maak je de som: 6 + 5 = 11. Omdat de getallen vallen onder de honderdtallen is de eigenlijke som: 600 + 500 = 1.100. Het is belangrijk dat je dit weet, ookal hoef je dit niet zo te noteren. De ene 1 noteer je onder de honderdtallen en de andere 1 noteer je onder de duizendtallen, samen 1.100.
Tel de duizendtallen bij elkaar op. In deze afbeelding zie je de duizendtallen en maak je de som: 1 + 2 + 1 = 4. Omdat de getallen vallen onder de duizendtallen is de eigenlijke som: 1.000 + 2.000 + 1.000 = 4.000. Het is belangrijk dat je dit weet, ookal hoef je dit niet zo te noteren. De 4 noteer je onder de duizendtallen.
Je hebt nu de uitkomst van de som berekend. 2.658 + 1.534 = 4.192. Mengelo en Harkelo hebben samen 4.192 inwoners.
