De omtrek kun je berekenen door de lengte van alle zijden bij elkaar op te tellen. Maar hoe kun je dit doen bij een figuur met een ronde vorm? Bekijk het voorbeeld hieronder en lees in het stappenplan hoe je dit kunt doen.
Wat is de omtrek van deze circustent?
In het stappenplan hieronder kun je zien hoe je de omtrek kunt berekenen.
De diameter is de doorsnede van de cirkel. In de afbeelding is dit de blauwe lijn; deze is 20 meter.
De straal is de helft van de diameter. De rode lijn. De straal x 2 = diameter.
Pi is een getal met eindeloos veel cijfers achter de komma. Het getal wordt afgerond op twee cijfers achter de komma.
Pi = 3,14
De diamater x pi = 20 x 3,14 = 62,8 m. Dit is de omtrek van de circustent.
Bepaal de juiste maateenheid. In dit geval gaat het om meters. Tip!: Schrijf bij het berekenen van iedere stap de juiste maateenheid al op. Zo vergeet je het ook niet. Soms wordt er van je gevraagd om de maateenheid om te rekenen. Dit kun je doen door gebruik te maken van het metriek stelsel.