Inloggen
Rekenen
Filters

Groep

Vak

Type

Werkbladen > Spelling > Regelwoorden [1]
Verkleinwoorden met -je, -tje of pje [2]
Groep 6 , 7 , 8
Met dit werkblad oefen je het schrijven van verkleinwoorden die eindigen op -je, tje of pje. Bij de meeste verkleinwoorden zet je er eenvoudig -je of -tje achter. Bijvoorbeeld: boot, bootje of tafel, tafeltje. Woorden die eindigen op -m krijgen meestal -pje erbij. Bijvoorbeeld: kraam, kraampje.
Werkbladen > Spelling > Regelwoorden [1]
Verkleinwoorden met -je of -pje [2]
Groep 6 , 7 , 8
Met dit werkblad oefen je het schrijven van verkleinwoorden die eindigen op -je of -pje. Bij de meeste verkleinwoorden zet je er -je achter. Bijvoorbeeld: huis, huisje. Bij woorden die eindigen op -m, krijg je meestal -pje bij verkleinwoorden. Bijvoorbeeld: raam, raampje. Kijk goed waar het woord op eindigt en beslis of je -je of -pje schrijft.
Werkbladen > Spelling > Regelwoorden [1]
Lange klanken [2]
Groep 5 , 6
Met dit werkblad oefen je het schrijven van woorden met lange klanken. Als je aan het eind van een lettergreep een lange klank hoort: aa, ee, oo of uu, dan gebruik je daar maar een letter voor. Je schrijft dus a, e, o of u. Als je aan het eind van een woord een lange klank hoort: aa, oo of uu, dan gebruik je daar maar een letter voor. De lange klank ee is hierop een uitzondering.
Werkbladen > Spelling > Regelwoorden [2]
Meervouden: gemengd [2]
Groep 5 , 6
Oefen met dit werkblad het schrijven van woorden in het meervoud. Op dit werkblad ga je oefenen met alle verschillende vormen van het meervoud: woorden waar je -en achter plakt, woorden waar je -s achter plakt, woorden waarbij de -f en de -s veranderen in de -v en de -z.
Werkbladen > Spelling > Regelwoorden [2]
Meervouden: gemengd [1]
Groep 3 , 4
Oefen met dit werkblad het schrijven van woorden in het meervoud. Op dit werkblad ga je oefenen met alle verschillende vormen van het meervoud: woorden waar je -en achter plakt, woorden waar je -s achter plakt, woorden waarbij de -f en de -s veranderen in de -v en de -z.
Werkbladen > Spelling > Regelwoorden [2]
Meervouden: -f verandert in -v en -s verandert in -z [1]
Groep 3 , 4
Oefen met dit werkblad het schrijven van woorden in het meervoud. Op dit werkblad oefenen je meervouden waarbij de -f in een -v verandert en waarbij de -s in een -z verandert. Woorden die eindigen op -f of -s, veranderen vaak als je het woord langer maakt. Bijvoorbeeld: een neef, twee neven; een prijs, twee prijzen.
Werkbladen > Spelling > Regelwoorden [2]
Meervouden: -s verandert in -z [1]
Groep 3 , 4
Oefen met dit werkblad het schrijven van woorden in het meervoud. Op dit werkblad oefenen je meervouden waarbij de -s in een -z verandert. Woorden die eindigen op -s, veranderen vaak als je het woord langer maakt. Bijvoorbeeld: een doos, twee dozen. Staat de -s voor een lange klank of een tweetekenklank? Dan verandert de -s in een -z.
Werkbladen > Spelling > Regelwoorden [2]
Meervouden: plak er -en achter [1]
Groep 3 , 4
Oefen met dit werkblad het schrijven van woorden in het meervoud. Op dit werkblad oefenen je meervouden die eindigen op -en. Een voorbeeld bij woorden die niet veranderen: een bloem, twee bloemen. Het woord bloem blijft staan, je plakt er alleen -en achter. Een voorbeeld bij woorden die wel veranderen: een beer, twee beren. Als je aan het eind van een lettergreep een lange klank hoort, gebruik je daar maar een letter voor.
Werkbladen > Spelling > Regelwoorden [2]
Meervouden: woorden die eindigen op -t of -d [3]
Groep 7 , 8
Oefen met dit werkblad woorden die eindigen op -t of -d te schrijven in het meervoud. Je hoort een t, maar je schrijft een -t of -d. Als je het woord langer maakt, hoor je of je een -t of een -d in het meervoud moet schrijven. Tip: woorden met een -d kun je altijd langer maken, veel woorden met een -t kun je niet langer maken.
Werkbladen > Spelling > Regelwoorden [2]
Meervouden: woorden die eindigen op -t of -d [1]
Groep 3 , 4
Oefen met dit werkblad woorden die eindigen op -t of -d te schrijven in het meervoud. Je hoort een t, maar je schrijft een -t of -d. Als je het woord langer maakt, hoor je of je een -t of een -d in het meervoud moet schrijven. Tip: woorden met een -d kun je altijd langer maken, veel woorden met een -t kun je niet langer maken.