Terug

Sparen met rente [1]

Sparen met rente [1]

 

Rente berekenen

Thomas heeft geld op zijn bankrekening staan. Over dit geld krijgt hij rente. De rente is in dit geval een bedrag dat Thomas krijgt.

De rente wordt weergegeven in een percentage. Hoe hoger het percentage, hoe meer geld Thomas krijgt.

Voorbeeld


Op de bankrekening van Thomas staat € 150,-. De rente is 1%.
Het bedrag dat Thomas krijgt, is 1% van € 150,-.

€ 150,- is al het geld dat Thomas heeft. Dit is gelijk aan 100%.

Om 1% van € 150,- te berekenen, moet je € 150,- delen door 100.


€ 150,- : 100 = € 1,50.

1% is dus gelijk aan € 1,50.
Dit is het bedrag dat Thomas erbij krijgt.

Na een jaar is het bedrag op de bankrekening van Thomas dus:

€ 150,- + € 1,50 = € 151,50.

Als Thomas nog een jaar rente zou krijgen, dan moet je opnieuw 1% berekenen van het nieuwe bedrag. 1% is dan niet meer € 1,50. Je moet dan 1% van € 151,50 berekenen en dat er vervolgens bij optellen.

Je moet dus per jaar opnieuw het rentebedrag berekenen. Het bedrag op de bankrekening wordt steeds iets hoger, dus het rentebedrag ook.

In deze oefening ga je eerst de rente berekenen door middel van een stappenplan. Vervolgens is het stappenplan verdwenen en moet je het bedrag per jaar zelf uitrekenen.