Rekenen

Het kind kan contextproblemen waarin een opeenvolging van bewerkingen uitgevoerd moet worden, uitrekenen met de rekenmachine en kan uitleggen wat wel en wat niet achter elkaar ingevoerd en uitgerekend mag worden.

Bijvoorbeeld: Je koopt 3 pakken koffie van € 2,68 en 4 pakken limonade van € 1,17, hoeveel moet je betalen?