Rekenen

Het kind kan kritisch denken en redeneren over optellen en aftrekken met decimale getallen in betekenisvolle probleemsituaties.

Bijvoorbeeld: In het schrift schrijft Kim: 18,7 + 0,88 + 0,003 = 19583. Ze vergeet de komma in het antwoord. Hoe weet je waar de komma moet staan?