Inloggen
Rekenen
Filters

Groep

Vak

Type

Werkbladen > Rekenen - Getalbegrip
Kommagetallen afronden [1]
Groep 8
Met dit werkblad oefen je met enkele sommen het afronden van kommagetallen. Oefen het afronden op tienden, honderdsten, 1 decimaal of 2 decimalen en een heel getal. Het afronden van kommagetallen doet een beroep op jouw getalbegrip. Ken jij de regels voor afronden? Tip: Bestel de oefenboeken voor de Doorstroomtoets en oefen ook online! Zo heb jij de beste voorbereiding op de Doorstroomtoets.
Werkbladen > Rekenen - Getalbegrip
Getallen afronden [2]
Groep 8
Met dit werkblad oefen je met enkele sommen het afronden van hele getallen. Oefen het afronden op tientallen, honderdtallen, duizendtallen, tienduizendtallen, honderdduizendtallen. Het afronden van getallen doet een beroep op jouw getalbegrip. Ken jij de regels voor afronden? Tip: Bestel de oefenboeken voor de Doorstroomtoets en oefen ook online! Zo heb jij de beste voorbereiding op de Doorstroomtoets.
Werkbladen > Rekenen - Getalbegrip
Getallen afronden [1]
Groep 8
Met dit werkblad oefen je met enkele sommen het afronden van hele getallen. Oefen het afronden op tientallen, honderdtallen, duizendtallen, tienduizendtallen, honderdduizendtallen en een heel getal. Het afronden van getallen doet een beroep op jouw getalbegrip. Ken jij de regels voor afronden? Tip: Bestel de oefenboeken voor de Doorstroomtoets en oefen ook online! Zo heb jij de beste voorbereiding op de doorstroomtoets.
Werkbladen > Spelling > Regelwoorden [1]
Trappen van vergelijking: onregelmatige woorden, klinker valt weg [2]
Groep 7 , 8
Oefen met dit werkblad hoe je woorden schrijft binnen de trappen van vergelijking. Met dit werkblad oefen je het schrijven van de onregelmatige woorden, dat betekent dat de woorden veranderen. De drie trappen van vergelijking zijn: de stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap. De stellende trap heeft geen uitgang. De vergrotende trap krijgt er -er bij. De overtreffende trap krijgt er -st bij. Tip: oefen ook de trappen van vergelijking met regelmatige woorden.
Werkbladen > Spelling > Regelwoorden [1]
Trappen van vergelijking: regelmatige woorden [2]
Groep 5 , 6
Oefen met dit werkblad hoe je woorden schrijft binnen de trappen van vergelijking. Met dit werkblad oefen je het schrijven van de regelmatige woorden, dat betekent dat de woorden niet veranderen. De drie trappen van vergelijking zijn: de stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap. De stellende trap heeft geen uitgang. De vergrotende trap krijgt er -er bij. De overtreffende trap krijgt er -st bij. Tip: oefen ook de trappen van vergelijking met onregelmatige woorden.
Werkbladen > Spelling > Regelwoorden [1]
Samengestelde woorden: drie of meer woorden
Groep 3 , 4
Oefen met dit werkblad het schrijven van samengestelde woorden, die drie of meer woorden bevatten. Samengestelde woorden zijn woorden die zijn gemaakt van twee of meerdere woorden. Als je de losse woorden goed kan schrijven, dan kun je de samenstelling ook goed schrijven.
Werkbladen > Spelling > Klankwoorden [1]
Woorden met -o en -oo [1]
Groep 3 , 4
Met dit werkblad kun je oefenen met woorden met o en oo. Schrijf je een korte klank of een lange klank? Woorden met de korte klank zijn bijvoorbeeld: hond en kom. Woorden met de lange klank zijn bijvoorbeeld: loop en droom. Door veel te oefenen met deze woorden, leer je de woorden op de juiste manier te schrijven.
Werkbladen > Spelling > Weetwoorden
Woorden met -au(w) of -ou(w) [1]
Groep 3 , 4 , 5
Weet jij wanneer je woorden met een -au(w)- of -ou(w)- schrijft? Dat kun je niet horen, want de klanken klinken hetzelfde! Woorden met -au(w)- en -ou(w)- moet je onthouden. Het zijn weetwoorden. Met dit werkblad oefen je woorden met -au(w)- en -ou(w)-.
Werkbladen > Spelling > Weetwoorden
Woorden met -ou(w) [1]
Groep 3 , 4 , 5
Weet jij wanneer je woorden met een -au(w)- of een -ou(w)- schrijft? Dit kun jij namelijk niet horen, omdat de klank hetzelfde is! Woorden met -ou(w)- moet je dus onthouden, het zijn namelijk weetwoorden. Oefen met dit werkblad het schrijven van woorden met een -ou(w)-. Tip: oefen ook met het werkblad voor woorden met een -au(w)-.
Werkbladen > Spelling > Weetwoorden
Woorden met -au(w) [1]
Groep 3 , 4 , 5
Weet jij wanneer je woorden met een -au(w)- of een -ou(w)- schrijft? Dit kun jij namelijk niet horen, omdat de klank hetzelfde is! Woorden met -au(w)- moet je dus onthouden, het zijn namelijk weetwoorden. Oefen met dit werkblad het schrijven van woorden met een -au(w)-. Tip: oefen ook met het werkblad voor woorden met een -ou(w)-.