De oppervlakte kun je berekenen door de lengte en de breedte met elkaar te vermenigvuldigen. Maar hoe kun je dit doen bij een figuur met een ronde vorm? Bekijk het voorbeeld hieronder en lees in het stappenplan hoe je dit kunt doen.
In het stappenplan hieronder kun je zien hoe je de oppervlakte van een cirkel kunt berekenen.
De straal van een cirkel is de lengte van het middelpunt tot de rand. De straal is de helft van de diameter.
De diameter is 40 meter. De straal is de helft, dus 20 meter.
Vermenigvuldig de straal met de straal. Dit noteer je als volgt: (straal)2. Het kleine cijfer 2 geeft aan dat je het getal vermenigvuldigt met hetzelfde getal. In dit geval is dit: (20)2 = 20 x 20 = 400
Als je de uitkomst van stap 2 hebt, dan vermenigvuldig je dit met pi. Pi is gelijk aan het getal 3,14. 400 x 3,14 = 1.256 m2. Dit is de oppervlakte van de vijver.