De oppervlakte is de totale grootte van een figuur. In het voorbeeld hieronder gaat het om de grootte van het groen gekleurde vlak.
De oppervlakte van een figuur kun je berekenen door de lengte en de breedte met elkaar te vermenigvuldigen. In dit geval zou je 15 meter met 20 meter vermenigvuldigen.
In het voorbeeld zie je dat de notatie anders is. Boven de letter -m (meter) staat een kleine 2. Je voert een bewerking uit met 2 gegevens; de lengte en de breedte. Het kleine cijfer 2 staat voor "vierkante". De notatie die hoort bij het berekenen van de oppervlakte. De oppervlakte van dit weiland is dus "driehonderd vierkante meter".