Rekenen

Terug tellen vanaf 20

Het tellen is de basis voor het verdere rekenen. Vooruit tellen en terugtellen zijn hierbij belangrijke onderdelen. In dit artikel staat het terugtellen vanaf 20 centraal. Kennis van de getallenrij is hierbij erg belangrijk. Als je de getallenrij niet kent, kun je ook niet terugtellen. 
 

Voorbeeld
 rekenen oefenen, terugtellen tot en met 20, onderbouw

Saskia gaat limonade maken. Ze moet eerst 20 aardbeien in een pan doen. Saskia telt terug zodat ze zeker weet dat ze er genoeg aardbeien in doet. "Nog 20, 19, 18, 17, 16 ...."


Het is belangrijk dat je weet dat voor het getal 20, het getal 19 komt. En dat voor het getal 19, het getal 18 komt, enzovoort. Je gaat eigenlijk steeds 1 sprongetje terug op de getallenrij.

Terugtellen vanaf 20
 

Je kunt dit ook horen als je de getallenrij opzegt:
"Twintig, negentien, achttien, zeventien, zestien, vijftien, veertien, dertien, twaalf, elf, tien, negen, acht, zeven, zes, vijf, vier, drie, twee, één."
 

Terugtellen tot en met 20
  • Jonge kinderen leren hoe ze moeten tellen, dit is de basis voor het verdere rekenen.
  • Kennis van de getallenrij is hierbij erg belangrijk. Als je de getallenrij niet kent, kun je ook niet terugtellen.
  • Bij terugtellen, ga je steeds 1 sprongetje terug op de getallenrij. 


Tip! Kun je de getallen in de getallenrij nog niet in de goede volgorde opzeggen? Kijk dan nog eens naar de artikelen van de getallenrijen en leer ze uit je hoofd.