Rekenen

Hoeveel kinderen zitten er in de bus? [2]

Door middel van bussommen kunnen jonge kinderen op een betekenisvolle manier oefenen met het optellen en aftrekken. In dit artikel worden erbij sommen en eraf sommen met elkaar gecombineerd. 
 

Bussom

Er stappen kinderen in de bus en ook weer uit de bus.
 

rekenen oefenen, bussommen, erop, eraf, min, plus   rekenen oefenen, optellen tot en met 10 erbij sommen   rekenen oefenen, bussommen, gemengd, erbij en eraf, plus en min   rekenen oefenen, optellen tot en met 10 erbij sommen    rekenen oefenen, bussommenrekenen oefenen, bussommen


Hoeveel kinderen zitten er uiteindelijk in de bus? 

 

 
Stappenplan
1
Hoeveel kinderen zitten er in de bus?
 

Tel eerst de kinderen die er in de bus zitten. 

rekenen oefenen, bussommen, gemengd, erbij en eraf, plus en min

Er zitten 4 kinderen in de bus.

2
Hoeveel kinderen stappen in de bus?
 

Tel dan de kinderen die in de bus stappen. Er komen dus eerst kinderen bij.

rekenen oefenen, bussommen, erop, eraf, min, plus

Er stappen 6 kinderen in de bus. Vijf rode poppetjes en één blauw poppetje: 'Vijf, zes'.

3
Hoeveel kinderen zitten er dan in de bus?
 

Er zaten al 4 kinderen in de bus. Er zijn ook 6 kinderen ingestapt. De som die hier bij hoort is:
4 + 6 = 10.

 rekenen oefenen, bussommen, gemengd, erbij en eraf, plus en min rekenen oefenen, bussommen, erop, eraf, min, plus= 10

Je kunt ook de poppetjes samen tellen. 'Eén, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien.'

4
Hoeveel kinderen stappen uit de bus?
 

Tel dan de kinderen die uitstappen. Er gaan dus kinderen weg.

rekenen oefenen, bussommenrekenen oefenen, bussommen

Er stappen 2 kinderen uit. 

5
Hoeveel kinderen zitten er uiteindelijk in de bus?
 

Na het instappen van de 6 kinderen, zitten er in totaal 10 kinderen in de bus. Dan stappen er 2 kinderen uit. De som die hier bij hoort is: 10 - 2 = 8. Je kunt vanaf het getal 10 twee stapjes terug tellen: 'Tien...negen, acht.' Je kunt ook twee poppetjes weghalen. Dan blijven er nog 8 poppetjes over.

 

Bussommen
  • Door middel van bussommen kunnen kinderen op een betekenisvolle manier oefenen met erbij sommen en eraf sommen. 
  • Tel eerst hoeveel kinderen er in de bus zitten.
  • Tel daarna hoeveel kinderen er in de bus stappen. Er komen kinderen bij.
  • Tel daarna hoeveel kinderen weer uitstappen. Er gaan kinderen weg.
  • Je maakt dus eerst een erbijsom en daarna een erafsom. Hoeveel kinderen blijven er daarna over?
  • Je weet nu hoeveel mensen er op het laatst nog in de bus zitten.